Afgelopen 15 maart was het twee jaar geleden dat mijn moeder stierf. De dag daarop was het de sterfdag van mijn broer. Hij is inmiddels vijf jaar dood. Morgen is het drie jaar geleden dat mijn levenspartner Menno overleed. En sinds de dood van deze drie mensen die mij oh zo lief waren, ben ik de tijd kwijt. Dat wil zeggen, mijn brein heeft bij deze levensbepalende verlieservaringen geen grip meer op de kalenderjaren. Denkt alleen nog in dichtbij of veraf en alles daartussenin kent geen jaren. Twee, drie en vijf jaar zegt mij helemaal niets meer. Het is op het ene moment heel ver-weg en op het andere moment zo dichtbij dat ik ze nog ruik en voel. Alsof ik ze net nog gesproken heb, of ik net afscheid heb genomen. De tijd glipt me als het ware door mijn vingers. Bijzonder hoe ik dit ervaar. Temeer omdat cliënten in mijn praktijk ook wel aangeven dat bij hen de tijd juist stil is komen te staan. Zich absoluut realiseren dat zij zich hierdoor in het verleden nestelen en geen toekomst (meer kunnen/willen) zien. Terwijl zij de tijd bewust vasthouden raast deze in hoog tempo aan mij voorbij.
Tijd en Ruimte, de tijd en ruimte nemen om te rouwen is wat ieder verlies altijd vraagt. De tijd nemen zonder daar kalenderdagen aan vast te plakken. Puur de tijd nemen om het verlies in de ogen te kijken en de ruimte te voelen om het verdriet, de pijn, boosheid, liefde of welke emotie voor jou lijden leidend is te ervaren. Laat het toe, het mag er zijn en moet zich een weg in je systeem vinden, dus geef het de ruimte!
Onlangs sprak ik een vrouw die begin januari afscheid heeft moeten nemen van iemand die haar heel erg lief is. Al die weken erna ging het zo goed en nu heeft ze ineens heel veel huilbuien. Heeft ze het gevoel dat het niet-meer goed gaat terwijl ze al drie maanden verder is … Ze heeft de eerste twee weken na het overlijden vrij genomen en is toen weer keihard aan het werk gegaan. We spraken over de kalendermaanden, over tijd en ruimte nemen om alle cellen in je lijf de kans te geven om te herstellen. We spraken over de liefde voor degene die overleden is, over het gemis, over dat rouw liefde is en hoe je moet rouwen.
Hoe je moet rouwen? Ja, want rouwen is hart (bewust met een t geschreven) werken. En het is daarom goed om te begrijpen wat het verdriet om het verlies allemaal met je kan doen. Overigens is rouw voor eenieder anders en weet ik uit ervaring dat bij elk verlies de rouw zich in een andere vorm aandient. Toen ik wist dat mijn broer zou gaan sterven heb ik keihard in de auto zitten schreeuwen. Mijn (en zijn) pijn ging door merg en been en zelfs nu ik dit schrijf, komen de tranen in mijn ogen en ga ik zo toch weer even heel hard en lekker schreeuwen! Bij zijn daadwerkelijk overlijden kon ik daardoor rustig zijn. Bij het overlijden van mijn moeder was ik kalm, heb ik haar in alle rust kunnen laten gaan en ben ik samen met haar in slaap gesukkeld. Ik werd wakker, zij niet-meer. Bij het overlijden van mijn geliefde Menno was ik ontspannen en kon ik hem, vlak voordat hij zijn laatste adem uitblies zeggen dat ik van hem hield. Zoveel, dat ik daardoor hem ook zijn moment van sterven gunde. Rouw is tenslotte ook liefde.
Het rouwen was bij ieders overlijden anders. Zo miste ik mijn broer ontzettend omdat ik normaal gesproken naar hem zou gaan met mijn verdriet. Bij mijn moeder waren het van die kleine momenten waar het mij overviel. Bijvoorbeeld als ik met mijn hond aan het wandelen was en ik mij ineens realiseerde dat ik haar niet-meer kon bellen. Bij Menno was het gemis 24/7 en heb ik de eerste maanden veel in de tuin gewerkt. Heel bewust met Marie (mijn hond) in de buurt, urenlang in de aarde zitten wroeten. Alleen met mijn gedachte kon ik langzaam loskomen van mijn leven met hem. En steeds waren het andere emoties welke ik recht in de ogen keek en waar ik mee aan het werk ging. Waar ik de beweging van herstel mee kon inzetten. Want bewegen blijkt voor mij altijd nodig om rouwruimte te creëren: fijn op de fiets tegen de wind in, stuk hardlopen, met Marie aan de wandel, kickboksen, in de tuin werken, schrijven … en mooie opdrachten aannemen waardoor ik mensen kan begeleiden in de nodige transformatieprocessen. Want dat is tenslotte mijn werk en vind ik het fijn om in verschillende organisaties aan het werk te zijn. Dit helpt mij ook bij mijn eigen levensvraagstukken.
Tijd en ruimte vraagt ook om lef, geduld en zelfliefde. Goed voor jezelf zorgen. Wat heb jij nodig, wie heb jij nodig en wanneer heb je iets nodig? Dus, continu afstemmen met wat voor jou op dat moment goed is. Durf je te uiten en heb het lef om je behoefte aan anderen voor te leggen. EN, heb geduld! Zonder de kalendermaanden te tellen neem je de tijd om iedere cel in je lijf te laten wennen aan een nieuw evenwicht en een ander leven. Geef jij jezelf de ruimte het verlies in de ogen te kijken, te missen, te herdenken, te voelen, te vertellen, te luisteren naar je eigen-wijsheid en te herstellen.
Rouw is liefde. Liefde voor jezelf en voor de ander.
Morgen is het de sterfdag van Menno. Bewust heb ik vandaag geen afspraken. Neem ik de tijd om alleen te zijn, geef ik mijzelf de ruimte om de-dag-van-morgen langzaam tegemoet te treden. Toch weer even stil te staan bij het leven wat ik met hem had, om vervolgens liefdevol weer in beweging te komen en mijn hernieuwde balans in dit leven volledig te omarmen. Ik neem de tijd en voel de ruimte om mijn leven vol te leven.