Praten over verlies lijkt noodzakelijk te zijn. En luisteren is nog belangrijker. Je moet immers weten wat er speelt bij degene tegenover je. Hoe doe je dit? Hoe kom jij erachter wat de behoefte is aan rouwruimte en wat jij hierin eventueel kunt betekenen?
Als praktijkondersteuner of praktijkverpleegkundige zie je dagelijks patiënten met levensbepalende verlieservaringen. Mensen met chronische ziekten hebben met gezondheids- verlies te dealen en hun leven hierop aan te passen. Daarnaast zijn er in je praktijk mensen die niet alleen hun eigen gezondheidsvraagstukken hebben, maar ook mantelzorger zijn of van wie een partner, kind of kleinkind is overleden. Of mensen die moeten verhuizen omdat het thuis wonen niet meer lukt of die niet meer kunnen werken vanwege een ziekte. Ook de dood van een geliefd huisdier kan de nodige disbalans brengen in het leven van jouw patiënt. Tijdens je spreekuur komen alle vormen van verlies voorbij.
Rouwen om verlies vraagt aandacht. Aandacht van jouw patiënt en dus van jou en je collega’s – in en buiten de praktijk. Of je nu een poh/pvk algemeen bent, alleen met ouderen werkt of je vakkennis inzet vanuit Positieve Gezondheid, in alle mogelijke rollen heb je hiermee te maken. De meeste praktijken en/of zorggroepen hebben een poh-ggz. Veelal wordt deze praktijkondersteuner ingezet om verlies en rouw te begeleiden. Of je verwijst naar externe rouwondersteuners.
Theorieën
Er zijn veel rouwtheorieën die ervan uitgaan dat rouw in verschillende fasen wordt ervaren. Uit ervaring weet ik inmiddels dat rouw voor eenieder een andere vorm heeft en het verlies iedere keer weer anders ervaren kan worden. Voor mij persoonlijk is rouw een continue beweging. Het ene moment voelt het zwaar, angstig, boos, terwijl het verlies het andere moment licht, liefdevol en acceptabel kan zijn. Rouw beweegt zich als een rollercoaster van emoties waarbij alles veel intenser binnenkomt.
Tijdens één van mijn opleidingen voor verlies-, rouw- en stervensbegeleiding leerde ik Manu Keirse kennen. Hij is rouwspecialist en klinisch psycholoog. Ik heb een aantal colleges van hem mogen volgen en ben vanaf dat moment zijn boeken gaan lezen en interviews gaan beluisteren. Ook zie ik hem regelmatig op congressen als gastspreker. Zijn wijsheid heeft mij geholpen na het overlijden van mijn broer, partner en moeder.
Binnen drie jaar overleden deze drie mensen die ik zo ontzettend liefheb. Bij mijn broer werd leukemie ontdekt en hij overleed acht maanden later. Bij mijn partner werd alvleesklierkanker geconstateerd en hij overleed na negen maanden. En vervolgens overleed mijn 95 jaar oude moeder. Het was veel tegelijkertijd en de emoties die loskwamen waren heftig. En ondanks een liefdevolle omgeving die mij wilde steunen en mijn eigen expertise rondom verlies en rouw, heb ik aangeklopt bij een professional. Zij was de eerste die aan mij vroeg: ‘Waar zit je pijn?’

Jouw spreekuur
We praten minder graag over verlies. Ziek-zijn en doodgaan zijn vaak een taboe om over in gesprek te gaan. Goed rouwen en erover praten moet je echt leren. Het herkennen van rouw begint wat mij betreft met een aantal eenvoudige vragen: ‘Vertel eens, wat voor verlies ervaart u, waar zit de pijn?’ Een van deze vragen kan een gesprek openen. Het gesprek over het ervaren verlies en wathet verlies is. Het verlies kan zomaar in een andere hoek zitten dan jij vooraf hebt bedacht. Mijn advies: neem een nieuwsgierige houding aan. Nieuwsgierig naar het niet-weten bij jezelf.
‘Wat voor verlies ervaart u, waar zit de pijn?’
Soms vindt een patiënt het lastig om te praten over het eigen verlies. Vraag dan aan degene die tegenover je zit naar de verlieservaring van de omgeving. Ik pas dit regelmatig toe in mijn praktijk voor verlies en rouw. Het opent het gesprek over het verlies, waardoor je kunt blijven doorvragen. Ik weet zeker dat je dan ook bij de pijn van het verlies van de persoon tegenover je komt.
Ik realiseer mij dat de factor tijd bepalend kan zijn in de huisartsenzorg. Of dat je werkgever vindt dat het niet aan jou is om zoveel aandacht te schenken aan verlieservaringen bij je patiënten. Mijn advies blijft echter om aandacht te besteden aan de mogelijke verlieservaringen en de gezondheid van je patiënt. De kosten gaan voor de baten uit, is mijn pleidooi hierbij. Als je weet wat er speelt bij je patiënt, kun jij in jouw rol als zorgprofessional de juiste behandeling geven, ondersteuning bieden of een verwijzing naar een professionele rouwbegeleider organiseren.
‘Het leven moet weer zijn zinvolle kanten kunnen laten zien aan de rouwende’
Positieve Gezondheid
Professionele aandacht voor verlies en rouw past prima binnen het spinnenweb van Positieve Gezondheid, waarbij het ook gaat over het aan- passingsvermogen in het leven. Verlies, in welke vorm dan ook, hoort bij het leven. Leren omgaan met verlies en de nodige rouwruimte hiertoe nemen is dus nodig om het leven zinvol en blijvend te kunnen omarmen.
Het kan interessant zijn om mensen het web te laten invullen voordat ze bij jou op het spreekuur komen. Dit kan eenvoudig online. Mocht de ander geen internet hebben, dan kun je het spinnenweb gratis downloaden op de site van het Institute for Positive Health (Iph.nl, zoek op ‘spinnenweb invullen’) en printen voor hem of haar. Inzicht in het web geeft ook voldoende gespreksstof over de impact van het ervaren verlies en de mogelijke gevolgen in het welbevinden en de gezondheid van de patiënt.
Verwijzen
Tijdens je opleiding is vanzelfsprekend aandacht geschonken aan de nodige gesprekstechnieken voor jou als professional. Deze kun je goed gebruiken om erachter te komen welke ondersteuning je patiënt nodig heeft bij rouw. Helaas is er nog te weinig aandacht voor verlies en rouw tijdens de poh/pvk-opleidingen. Het is aan jou om daarover kennis op te doen in nascholingsprogramma’s. Kennis om ook goed te kunnen inschatten of je jouw patiënt met een ondersteunende rouwvraag moet verwijzen naar de poh-ggz of een externe verlies- en rouwbegeleider, of dat je zelf een rol kunt innemen hierbij.
Iedere rouwende is gebaat bij professionele begeleiding. Kijk eens in jouw praktijk en/of zorggroep of op de sociale kaart verlies- en rouwbegeleiders in de omgeving staan genoteerd. En mocht je willen verwijzen, kijk dan samen met je patiënt welke vorm van begeleiding het meest aanspreekt.
Verlies en rouw horen bij het leven. Leven met verlies moet je leren. Iedere rouwende moet leren het verlies te overleven, zodat het leven ook weer zijn zinvolle kanten kan laten zien en hij of zij deze ook weer kan gaan ervaren.

PETRA PORTENGEN
Professionele ondersteuning bij rouw en (levensbepalende) verlieservaringen, en stervensbegeleiding
Petra Portengen begeleidt cliënten en professionals in het omgaan met verlies en rouw. Als rouwvrouw staat zij cliënten en hun naasten bij tijdens het stervensproces. In de periode 2017-2022 was zij directeur/voorzitter van de NVvPO.
Praktijkvoorbeeld
In mijn rouwpraktijk zag ik een vrouw van 45 jaar. Haar dochter had in korte tijd zwaar psychisch lijden ontwikkeld na het overlijden van haar broer. De moeder ging met mij het gesprek aan over rouwbegeleiding bij haar dochter. Zij had zelf geen rouwbegeleiding nodig. Ze gaf aan dat zij het overlijden van haar zoon een plek had kunnen geven en dat zij zich zorgen maakte over haar dochter. Door nieuwsgierig te luisteren naar wat haar dochter volgens haar nodig had, werd mij duidelijk dat moeders rouwbehoefte groter was dan zij aangaf. Vervolgens hebben we een gezamenlijk traject ingezet waarbij haar dochter door een psycholoog werd begeleid en ik moeder kon begeleiden in deze ‘gestapelde rouw’. Het overlijden van haar zoon en het lijden dat dit overlijden bij haar dochter teweegbracht, leidde ertoe dat deze moeder ook de nodige rouwruimte nam voor zichzelf.